donderdag 5 mei 2011

Monumentendag

In landen met een totalitair systeem zoals Belarus/Wit Rusland zorgt vadertje staat voor alles… Zoals vadertje staat dat wil. Maar hoe zich dat precies verhoudt tot het leven van de gewone Wit-Russische mens kan ik nog steeds niet helemaal doorgronden. Okay, ik ben er ondertussen een keer of wat geweest dus misschien zou ik er met een gerust hart iets over kunnen zeggen, maar het is me nog steeds niet gelukt van de mensen hier zelf te horen wat ze nu vinden van het land waaraan ze hun identiteit ontlenen; Niet van de visser aan de waterkant die midden in de stad een maaltijd bij elkaar hengelt, niet van de stratenveger die met zijn bezem langs de stoepranden gaat en ook niet van de jonge dames op stilettohakken die in het restaurant hun tafel vol met eten verlaten om op de covers van slechte Russische muziek te dansen.


Wat zichtbaar is, is dat de straten in het centrum van Minsk schoon geveegd en gespoten zijn, dat alles ordentelijk verloopt, dat je je veilig voelt op straat, dat gebouwen goed onderhouden worden  en dat op zowat elke straathoek een beeld staat van een held waarmee het volk zich moet identificeren.  Misschien wel de meeste monumenten zijn ter nagedachtenis van de tweede WO, die door de Russen de grote patriottistische oorlog wordt genoemd.


Op weg van Minsk naar Smolensk rijden we allereerst langs Khatyn; een herdenkingsplaats voor 433 dorpen die tijdens de tweede wereldoorlog platgebrand werden, met de mensen erin. 186 dorpen werden nooit meer opgebouwd. Daarna komen we aan de rivier de Berezina, waar Napoleon en zijn 600.000 man sterke leger in 1812 klop kreeg van de Russen (slechts 10.000 man overleefde het). Ik vind na even zoeken 3 monumenten. Vlak onder de rook van Smolensk is nog een Khatyn of Katyn, waar een enorm aantal Poolse officiers door de Russen werd uitgeschakeld.


Morgen zullen we er nog een paar monumenten tegenkomen op weg naar (Borodino) en in Moskou.


Onze held van vandaag is Han. Nadat het gister weer fris was trok Han vanmorgen een ‘extra laag’ aan, maar op het tankstation aan de rand van de stad ‘stierf Han van de kou’. “Mijn kuipruit stond niet in de goede stand,” merkte Han, ook nog in regenjas, lachend op. Na ongeveer 40 minuten rijden bij aankomst in Khatyn weet Han dat het niet aan zijn kuipruit lag. Hij ritst daar met verkrampte vingers zijn regenjas open om erachter te komen over het ‘extra laagje’ vergeten te zijn z’n motorjack aan te trekken. Die hing nog in het hotel in de kast.

Dafne

Geen opmerkingen:

Een reactie posten